Wel eens van een codicil gehoord?

sep 26, 2022

Als iemand overlijdt, ontstaat na het overlijden wel eens onduidelijkheid bij de nabestaanden over wat de overledene op bepaalde punten zou hebben gewild. Valt dat te voorkomen?

De mogelijkheid bestaat natuurlijk om naar de notaris te gaan en de notaris te vragen vast te leggen wat u wilt. Maar de wetgever heeft voor bepaalde zaken ook iets anders mogelijk gemaakt.

Misschien hebt u wel eens van een ‘codicil’ gehoord. ‘Codicil’ is een oud en niet meer zo gebruikelijk woord. Het woord zelf komt in de wetgeving niet meer voor, maar de betekenis ervan wel. Om te beginnen in artikel 4:97 van het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat:

“Bij een onderhands, door de erflater geheel met de hand geschreven, gedagtekend en ondertekend stuk kunnen zonder verdere formaliteiten beschikkingen worden gemaakt tot:
a. het maken van legaten van:
1°. kleren, lijfstoebehoren en bepaalde lijfsieraden;
2°. bepaalde tot de inboedel behorende zaken en bepaalde boeken;
b. bepaling dat goederen, bedoeld onder a, buiten een huwelijksgemeenschap vallen;
c. aanwijzing van een persoon als bedoeld in artikel 25, tweede en vierde lid, van de Auteurswet en artikel 5, tweede lid, van de Wet op de naburige rechten.”

Op de mogelijkheid van een ‘codicil’ wordt ook gedoeld in:

artikel 19 lid 1 van de Wet op de lijkbezorging:
“Een meerderjarige, of hij, die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, kan, ook indien hij niet bekwaam is een uiterste wil te maken, hetzij bij notariële akte, hetzij bij een eigenhandig geschreven, gedagtekende en ondertekende verklaring beschikkingen na dode maken ter bezorging van zijn lijk” en in

artikel 9 lid 4 van de Wet op de orgaandonatie:
“Een wilsbeschikking met een in dit artikel bedoelde strekking (= toestemming of juist bezwaar tegen orgaandonatie) kan ook worden afgelegd bij een schriftelijke verklaring die ten minste eigenhandig is gedagtekend en ondertekend.”

Om het even te beperken tot begrafenis of crematie: er bestaat een wettelijke mogelijkheid om zelf – buiten de notaris om – te regelen hoe uw uitvaart volgens u moet verlopen. Als u van die mogelijkheid gebruik wilt maken, moet u zorgen voor een eigenhandig geschreven, van datum en handtekening voorzien document waarin u dit vastlegt. Het hoeft niet meer te zijn dan bijvoorbeeld een A-4-tje uit een notitieblok, als u maar aan de drie genoemde voorwaarden voldoet. U kunt uw ‘codicil’ zo lang u daartoe in staat bent veranderen, door het te herroepen en gewoon een nieuw ‘codicil’ te maken.

U zou het originele ‘codicil’ ter bewaring kunnen afgeven aan iemand die u vertrouwt en zelf een kopie kunnen bewaren. Zo kunt op een eenvoudige manier voor uw nabestaanden duidelijkheid scheppen.

Jan Paalman
Jan Paalman

Advocaat

Jan Paalman heeft Nederlands recht gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden. De accenten in zijn studie lagen op het civiel recht, waaronder het verbintenissenrecht, het bestuurs- en omgevingsrecht en het agrarisch recht. Met die rechtsgebieden en met het huurrecht houdt hij zich ook in zijn advocatenpraktijk vooral bezig. Veel van wat hij aan advies- en proceswerk doet, heeft op een of andere manier iets met onroerend goed te maken. Hij is onder meer lid van de Vereniging voor Agrarisch Recht en van een gemeentelijke bezwaarschriftencommissie.

 Jan gaat graag gedisciplineerd en gestructureerd te werk. Hij probeert daarbij “to the point” te zijn en te blijven. Hij wijst zijn cliënten er doorgaans op dat emotie vaak geen geweldige raadgever is en dat procederen niet altijd tot het beste resultaat hoeft te leiden, maar dat het “soms” niet anders kan.

Naast zijn werk en werk gerelateerde activiteiten heeft Jan functies als vrijwilliger en/of bestuurslid bekleed binnen verschillende “ideële organisaties” en dat doet hij nog steeds. Zijn ontspanning zoekt hij buitenshuis, “met de wind door de haren”: (hard)lopend of fietsend.